Hoog en Laag
Hoog en Laag
Geluiden om je heen kunnen hoog of laag klinken. Zo klinkt de ronkende motor van een vrachtwagen vrij laag, en een fietsbel vaak hoog.
Toonhoogte
Muziek kan ook hoog of laag klinken. Het gaat dan over hoge en lage tonen in de muziek: de toonhoogte. Kijk naar afbeelding 1. De tonen gaan van hoog naar laag.
Kijk naar afbeelding 2. De tonen gaan van laag naar hoog en weer naar laag.


Melodie
Een melodie is een opeenvolging van hoge en lage tonen. Vaak kun je een song of compositie herkennen aan de melodie. Je kunt een melodie spelen op een instrument of zingen.
Notenschrift
Net zoals je woorden en zinnen kunt opschrijven, kun je muziek ook opschrijven. Dat gebeurt bijvoorbeeld met het notenschrift. Het notenschrift bestaat onder andere uit noten, een notenbalk en een G-sleutel.

Een notenbalk is een balk van vijf lijnen waarop noten geschreven worden. De noten kunnen op, tussen, boven of onder de lijnen staan. Aan de plek op de notenbalk kun je zien hoe hoog of laag een toon zal klinken. Luister naar het fragment en kijk naar de afbeelding. Hoe hoger de noot op de notenbalk staat, hoe hoger de toon klinkt. Hoe lager de noot op de notenbalk staat, hoe lager de toon klinkt.

De G-sleutel staat aan het begin van de notenbalk en geeft aan waar de noot G op de notenbalk staat.
Notennamen
Bij elke noot hoort een notennaam. Voorbeelden van notennamen zijn C, D, E, F en G.


De notennaam geeft aan hoe hoog of hoe laag de noot klinkt. Daarvoor worden de letters a t/m g gebruikt, daarna beginnen we weer opnieuw in het alfabet. Op een piano wordt dit wel acht keer herhaald. De noot 'a' kan dus op verschillende toonhoogtes gespeeld worden.
De stok van de noot moet zoveel mogelijk in de notenbalk staan. Daarom wijst de stok tot aan de noot 'a' omhoog en vanaf de noot 'b' omlaag.
