Exameneisen

Kijk naar de onderstaande leerdoelen. Geef per leerdoel op een schaal van 1 tot 5 aan hoever je hiermee bent.

• Wanneer ik samenspeel met anderen, maak ik contact met mijn bandgenoten en kan ik inspelen op wat er gebeurt. 
•  
• Ik kan leiding nemen in een muzikaal proces in een groep, zoals in een band of ensemble. 
• Wanneer ik op een podium sta, maak ik contact met het publiek en laat ik een passende concentratie, intentie en overdracht zien. 
• Ik ben in staat muziek te noteren, in zowel notenschrift, als in een leadsheet met akkoordsymbolen of grafisch. 

Kijk naar de onderstaande leerdoelen. Geef per leerdoel op een schaal van 1 tot 5 aan hoever je hiermee bent. Bepaal zo je eigen beginniveau voor je proces.

Keuzes

Bedenk wat je wilt gaan doen en zorg hierbij voor voldoende afwisseling. Neem de volgende tips in je keuze mee.

Schrijf je keuzes op en bespreek ze met een klasgenoot en je docent. Hebben zij nog tips voor je? Schrijf ook de tips op.

Check nogmaals of jouw keuzes passen binnen de eisen en beoordelingscriteria van het examenconcert.

Repetitieproces

Denk na over wat je nodig hebt qua muzikanten, versterking et cetera. Zorg dat je alles op tijd hebt geregeld.

Maak een planning voor jezelf en bij een groepspresentatie voor de repetities.

Voer je planning uit! Neem de volgende tips mee in het repetitieproces bij een groepspresentatie.

Opstelling en lichtplan

Bedenk wat voor een sfeer je neer wilt zetten met je presentatie(s) en waar de songs of composities over gaan. Is de sfeer intiem en persoonlijk of juist druk en uitbundig? Denk na over wat hierbij past qua podiumopstelling en belichting.

Vraag na wat de mogelijkheden zijn qua licht. Check dit bij je docent en/of bij de lichttechnicus. Vraag bijvoorbeeld naar:

• vaste schijnwerpers (lampen en spots)
• bewegend licht (moving heads)
• dimmers per lamp, spot of groep
• kleurenfilters en andere effecten

Daarnaast kun je vragen wat er mogelijk is qua lichtrichting of belichtingshoek. Denk aan:

• frontlicht (van voren, dit benadrukt je gezichtsuitdrukking)
• tegenlicht (van achteren, dit maakt het podium ruimtelijker)
• zijlicht (van de zijkanten, dit benadrukt de contouren van je lichaam, werkt goed bij dans en beweging)
• toplicht (van boven, handig wanneer je je bladmuziek wilt kunnen lezen, geeft een mysterieuze sfeer)
• voetlicht (van onderen, invullicht)
• totaalbeeld (waarbij je alle belichtingshoeken in balans gebruikt)

Denk na over de podiumopstelling van jou en eventueel je groepsgenoten. Check eventueel eerst de mogelijkheden bij je docent, wellicht hebben een aantal instrumenten zoals een piano of vleugel en een drumstel een vaste plek op het podium.

• Ga je staan of zitten?
• Indien je gaat zitten, zit je op een kruk of een stoel?
• Hoe ver staan jullie uit elkaar?
• Heb je bewegingsruimte nodig?
• Heb je een microfoonstandaard nodig of houd je de microfoon in je hand?

Bedenk of je een vaste lichtinstelling voor je presentatie wilt, of dat er tijdens de presentatie één of meerdere wisselingen plaatsvinden. Schrijf of teken je lichtplan uit en bespreek deze met je docent of de lichttechnicus.

Feedback

Bedenk voor jezelf waar je wilt dat je klasgenoten en je docent op letten tijdens de voorpresentaties. Gebruik eventueel je eigen leerdoelen als richtlijn. Vraag bijvoorbeeld feedback op een aantal van de volgende punten:

• technische vaardigheden
• samenspel en communicatie
• podiumpresentatie
• vorm en structuur
• tekst en inhoud
• intentie en overdacht

Schrijf de feedback die je hebt gekregen op en denk na over de manier waarop je dit gaat verwerken.

Let op: Het om kunnen gaan met feedback kan een onderdeel zijn van je beoordeling.

Tip! Maak een video-opname van je voorpresentatie en kijk deze terug. Zo kun je luisteren hoe het ging en bepalen of je je in de feedback kunt vinden.