Begeleidingsfiguren
Middeleeuwen (476 - 1400)
Een bourdonbegeleiding is een begeleidingsfiguur bestaande uit een lang aangehouden samenklank van een grondtoon en een kwint, meestal in de bas.
Een orgelpunt is een begeleidingsfiguur bestaande uit een lang aangehouden toon, waaromheen de stemmen vrij bewegen.
Bourdonbegeleiding
Orgelpunt vanaf 0.17
Barok (1600 - 1750)
Een ostinate bas is een steeds herhaalde baspartij.
Veel stukken uit deze periode kennen barokke motoriek. Hiermee wordt het doorlopende en stuwende ritme bedoeld in de begeleiding. Er zijn weinig 'adempauzes'.
Ostinate bas vanaf 0.15
Classicisme (1750 - 1810)
Een toonladderfiguur is een muzikaal motief waarin een groot deel van een stijgende of dalende toonladder voorkomt.

Bij een gebroken drieklank worden de verschillende tonen van het akkoord na elkaar uitgevoerd. In de muziek van het classicisme worden gebroken drieklanken veel gebruikt voor het maken van motieven of begeleidingsfiguren.

De Albertijnse bas is een veelgebruikt begeleidingsfiguur van herhalende, gebroken akkoorden. De Albertijnse bas wordt vooral bij toetsinstrumenten in de linkerhand gebruikt. Het patroon wordt (vaak) herhaald in de volgorde laag - hoog - midden - hoog.

Romantiek
In de romantiek wordt het symfonieorkest uitgebreid in aantal en soorten instrumenten. De harp en de celesta worden toegevoegd. Daarnaast wordt de groep koperblaasinstrumenten uitgebreid met de tuba, de groep houtblaasinstrumenten met de basklarinet en de althobo en de groep slaginstrumenten met buisklokken, tamtam, gong en xylofoon.
Bekkens of cymbals zijn dunne, ronde, metalen schijven die worden gebruikt als percussie-instrument. Ze worden met stokken bespeeld of tegen elkaar aan geslagen.


Buisklokken vallen onder het melodisch slagwerk. Het instrument bestaat uit hangende metalen buizen die elk een eigen toon produceren wanneer erop geslagen wordt. Het instrument wordt bespeeld met een kleine hamer.
Een celesta is een toetsinstrument uit de negentiende eeuw en behoort tot de groep slaginstrumenten (idiofonen). Bij het aanslaan van een toets, slaat een hamertje tegen een metalen plaat om klank te maken.
Het klokkenspel is onderdeel van het melodisch slagwerk en bestaat uit kleine metalen staven die aangeslagen worden met een harde stok.
De tamtam en gong zijn grote, zware metalen schijven die worden gebruikt als percussie-instrument door erop te slaan met een stok.
Een xylofoon (letterlijk: houten geluid) valt onder het melodisch slagwerk. Een xylofoon bestaat uit houten staven die worden aangeslagen met harde stokken. De xylofoon is familie van de marimba. De marimba is een stuk groter en heeft daardoor een warmere klank.
De harp is een snaarinstrument waarbij de snaren met de vingers geplukt worden.
De tuba is een koperblaasinstrument met een lage klank en een groot bereik.
De althobo is een houtblaasinstrument met een dubbelriet en is familie van de hobo. De althobo klinkt lager dan de hobo en klinkt daardoor warmer.