Begrippenlijst Havo-Vwo
Begrippenlijst Vwo
Ritme
Triool
Een triool is een groep van drie noten met dezelfde notenwaarde, die in de tijd van twee noten worden gespeeld, bijvoorbeeld een achtste triool of een kwartentriool.
Break
Een break is een korte onderbreking in de muziek van een aantal tellen of maten, terwijl een solist eventueel doorspeelt. De eerste tel van een break krijgt vaak een accent.
Fill
Een fill is een kort drumpatroon tussen twee vormonderdelen in, bijvoorbeeld een overgang van het couplet naar het refrein. Vaak wordt een fill gespeeld op de toms en afgesloten met een bekken + bassdrum op de eerste tel van de volgende maat.
Kickbeat
Een kickbeat is een bass op elke tel.
Ritmisch ostinaat/Ostinato
Een ritmisch ostinaat is een herhalend ritmisch motief.
Swing/Triolenfeel
Wanneer er 'swing' boven de muziek staat, betekent dit dat de tonen in in een triolenfeel worden uitgevoerd. Dit gebeurt door steeds de eerste toon iets langer te spelen dan de tweede toon.
Syncope
Bij een syncope wordt het accent verlegd van een zwaar naar en licht maatdeel. Het accent van de maat (maataccent) klinkt dan bijveerbeeld niet op de tel, maar tussen de tellen in.
Teleenheid
De maatsoort staan aan het begin van de notenbalk. Aan het bovenste cijfter is te zien hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste cijfer vertelt welke noot een tel duurt, dus met welke notenwaarde er wordt geteld (de teleenheid). De meeste (pop)muziek staat geschreven in een vierkwartsmaat.
Toonduur (notenwaarden, rusten, gepuncteerde noot en verbindingsboog)
Aan het soort noot of rust is te zien hoe lang deze precies duurt (toonduur).
- Ritme is de opeenvolging van verschillende notenwaarden. Je hebt de volgende noten: hele noot, halve noot, kwartnoot, achtste noot, zestiende noot (en alleen voor vwo: tweeëndertigste noot).
- Rusten geven aan dat er even niet gespeeld wordt. Net als bij de noten: hele rust, halve rust, kwartrust, achtste rust, zestiende rust (en alleen voor vwo: tweeëndertigste rust).
- Wanneer er een punt achter de noot of rust staat, wordt deze noot et de helft van de notenwaarde verlengd
- Een verbindingsboog verbindt twee noten met elkaar. De tweede noot wordt dan niet opnieuwe gespeel, maar an de voorafgaande noot 'vastgeplakt.
Antimetrische figuren (duool en kwintool)
- Een duool is een groep van twee noten met dezelfde notenwaarde die in de tijd van drie noten wordt gespeeld, bijvoorbeeld een achtste duool.
- Een kwintool is een groep van vijf noten met dezelfde notenwaarde die in de tijd van vier noten wordt gespeeld, bijvoorbeeld een achtstekwintool.
Complementair ritme
Bij een complementair ritme vullen twee ritmes van verschillende partijen elkaar aan.
Hemiool
Een hemiool is de term voor een verschuiving van accenten waardoor het lijkt alsof de maatsoort verandert, terwijl dat niet gebeurt.
Motorisch ritme
Muziek in de barok is vaak gebouwd op een motorisch ritme, dat zorgt voor de beweging en voorstuwing inde compositie. De bgeleidingspartijen spelen vaan een herhalend ritme, waardoor de melodie meegenomen wordt.
Polyritmiek
Bij polyritmiek klinken tegelijkertijd twee of meer ritmische patronen met een andere onderverdeling. Bij polyritmiek blijft de maat even lang. Bijvoorbeeld: in de ene partij klinken achtste triolen en in de andere partije achtste noten.
Straightfeel
Bij een straighfeel (recht) worden beide tonen even lang gespeeld.
Ragged time
Ragged time (gescheurde tijd) is het ge gebruik van syncopes in de melodie, waarbij het maataccent wordt verlegd naar voor of na de tel. Ragged time is gekoppeld aan de ragtime en vroege jazzmuziek.
Ritmische verdichting/verdunning
Bij verdichting (ritmische verdichting) zijn er in dezelfde tijd meet tonen te horen dan daarvoor. Dat kan bijvoorbeeld door steeds kleine notenwaarden gebruiken of door rusten weg te laten.
Verdunning (ritmische verdunning) is het tegenovergestelde: er zijn in dezelfde tijd minder tonen te horen dan daarvoor.
Wanneer specifieke melodische motieven over een korter of langere tijd worden uitgesmeerd spreken we van melodische verdichting of melodische verdunning
Ritmische vergroting/verkleining
Bij een ritmische vergroting of ritmische verkleining worden alle notenwaarden in een motief of thema met een bepaalde factor vergroot of verkleind. Bijvoorbeeld: alle notenwaarden worden verdubbeld, dus he tmotief of thema wordt vergroot.
Vrij ritme
Bij vrije ritmiek is het ritme niet gebonden aan een maatsoort. Er is geen duidelijke puls aanwezig. In de grogoriaanse muziek uit de middeleeuwen komt veel vrije ritmiek voor.
Maat
Beat en afterbeat
De beat is de tel van de maat (maatslag of puls). De afterbeat (ook wel de backbeat) is een accent op de tweede en vierde tel van een vierkwartsmaat, of op de tweede achtste van de tel (offbeat).
Maataanduiding (tweedelig, driedelig en onregelmatig)
De maatsoort ( = maataanduiding) staat aan het begin van de notenbalk. Aan het bovenste cijfer is te zien hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste cijfer verteld welke noot een tel duurt, dus met welke notenwaarde er wordt geteld (de teleenheid).
In een tweedelige maatsoort is elke maat in twee groepen of een veelvoud van twee groepen te verdelen. Bijvoorbeeld de vierkwartsmaat en zesachtste maat. Ook een maatsoort die uit maar twee tellen bestaan is bijvoorbeeld een tweekwartsmaat. Elke groep bestaat dan uit een tel.
In een driedelige maatsoort is elke maat in drie gelijke groepen te verdelen, waarbij de groepen gelijk zijn in lengte. Bijvoorbeeld een negenachtste maat. Ook een maatsoort die meer uit drie tellen bijstaat is bijvoorbeeld een driekwartsmaat of drieachtstemaat. Elke groep bestaat dan uit een tel.
Onregelmatige maatsoorten zijn samengesteld uit groepen van noten, waarbij de groepen niet gelijk zijn in lengte. Bijvoorbeeld vijfachtste maat: er zitten vijf tellen in de maat, vaak samengesteld uit een groep van twee noten en een groep van drie noten. De achtste noot duurt een tel.
Maatstreep
Muziek bestuur uit verschillende maten. De maatstreep geeft het begin en het einde van de maat aan. In elke maat zitten evenveel tellen. De eindstreep geeft aan dat de song of compositite is afgelopen.
Maatwisseling
Een maatwisseling is een verandering van maatsoort in een compositie.
Opmaat
Een opmaat is een "niet complete eerste maat" welke samen met een andere maat (vaak de laatste maat), één maat vormt. Het aantal tellen samen van deze twee maten is gelijk aan het aantal tellen van iedere andere maat binnen het muziekstuk.
Polyritmiek
Bij polymetriek klinken tegelijkertijd twee of meer ritmische patronen met een andere maatsoort samen. Bijvoorbeeld in de ene partij klinkt een ritmische patroon van vier kwartnoten en in de andere partij een ritmische patroon van drie kwartnoten.
Puls
Het woord beat wordt ook gebruikt als we de puls bedoelen. De puls is wat je voelt als je mee tikt met bijvoorbeeld je voet op het ritme van de muziek.
Tactus
Met tactus wordt de pulsbeweging in een ritmische structuur bedoeld, die niet is gebonden aan een bepaalde maatsoort.
Tegenaccent
Een tegenaccent is het benadrukken van een toon op een licht maatdeel. Een toon kan benadrukt worden door contrasten. Bijvoorbeeld een contrast in dynamiek, in instrumentatie of in toonhoogte.
Tempo
Tempoaanduidingen (klassiek en jazz/pop)
Bovenaan de (blad)muziek staat vaak een tempoaanduiding. De tempoaanduiding geeft aan hoe snel of langzaam de muziek gespeeld moet worden.
Lento = langzaam, slepend (alleen voor vwo)
Largo = breed
adagio = langzaam
andante = matig snel
moderato = matig snel
allegro = snel
presto = zeer snel
Slow = langzaam
Medium = matig snel
Uptempo = snel
Tempowijzigingen
Binnen een compositite of song kan het tempo veranderen. Dit wordt in de muziek aangegeven met accelrando en ritenuto.
Accelerando = steeds sneller spelen
A tempo = het voorgaande tempo hervatten
Ritenuto = steeds langzamer spelen
Rubato = vrij in tempo (alleen voor vwo)
Beats per minute (BPM)
Soms staat er boven de muziek een metronoomaanduiding. Dit getal vertelt hoeveel tellen er in een minuut zitten (bpm = beats per minute). Hoe hoger het getal, hoe hoger het tempo.
Metronoom en manier van aanduiden
Een metronoom is een apparaat (of app) dat het tempo aangeeft. Een metronoom kan sneller of langzamer gezet worden. Soms staat er boven de muziek een metronoomaanduiding. Dit getal vertelt hoeveel tellen er in een minuut zitten. Hoe hoger het getal hoe hoger het tempo. Net zoals de tempoaanduiding, staat de metronoomaanduiding (of bpm) vaak bovenaan de (blad)muziek