Geschiedenis - Licht
Blues
Jazz
Groeiende welvaart, technologie en jeugdculturen
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945, begon men al snel aan een wederopbouw. Langzaam werden mensen weer rijker, en kwam er een technische evolutie op gang. Hierdoor veranderde de wereld in een rap tempo. Zo zorgden de verdere verspreiding van de grammofoonplaat en de radio ervoor dat steeds meer mensen toegang kregen tot muziek. Muziekstijlen uit andere landen of werelddelen werden hierdoor voor iedereen beschikbaar om naar te luisteren en te bestuderen. Bestaande stijlen raakten met elkaar vermengd en zo ontstonden weer vele nieuwe stijlen. Sommige artiesten brachten covers uit: een bestaande song van een ander, maar met aanpassingen en bijvoorbeeld in een eigen stijl. Er ontstonden steeds meer mogelijkheden in de muziek door nieuwe uitvindingen, zoals die van het mengpaneel. Hiermee kon bijvoorbeeld een fade-out gecreëerd worden. Bij een fade-out wordt de muziek geleidelijk zachter tot het stil is.
In de jaren ’50 ontstond met de rock-’n-roll de eerste echte jeugdcultuur. De jeugd begon zich af te zetten tegen hun ouders en jongeren ontwikkelden hun identiteit aan de hand van muziek, taal, kleding en kapsels. Jongeren in het Westen bezaten door de toenemende welvaart steeds meer geld. Dit geld gebruikten ze bijvoorbeeld om kaartjes voor concerten en festivals te kopen. Er kwamen ook steeds meer jongeren die studeerden.
Muziek werd gebruikt om te protesteren tegen misstanden in de wereld, zoals de Vietnamoorlog, de schending van burgerrechten en de uitvinding van de atoombom. In Nederland zong Boudewijn de Groot bijvoorbeeld in de song Welterusten mijnheer de president (1966) over de Vietnamoorlog. Maar verandering gaat vaak langzaam en er was nog steeds veel ellende in de wereld. Men zocht daarom ook afleiding in muziek, door er bijvoorbeeld lekker op te dansen. Muziek bracht op verschillende manieren vermaak, bijvoorbeeld in de vorm van een musical. Een musical is een vorm van theater waar met zang, muziek, tekst, decor en dans het verhaal wordt verteld.
Country
Country wordt gezien als misschien wel de meest typisch Amerikaanse muziekstijl. De wortels van de country zijn echter te vinden in de Engelse, Ierse en Schotse volksmuziek. Kolonisten afkomstig uit deze landen namen hun dans-, volks-, en kerkmuziek mee naar de VS. Hun 'fiedeldeuntjes' zijn nu nog in countrymuziek te horen.
Rond 1870 ontstond de eerste, eenvoudige vorm van country. In de loop der tijd werden steeds meer instrumenten gebruikt in de countrymuziek, zoals de viool, of instrumenten waarbij de snaren vaak getokkeld werden, zoals de banjo, gitaar en mandoline. Countrymelodieën zijn vaak eenvoudig, met een redelijk langzaam tempo en een nadruk op de zang. Grote artiesten uit de country waren bijvoorbeeld Jimmie Rodgers en Johnny Cash.
Rock 'n Roll
Veel ouderen in de jaren ‘50 keurden de nieuwe muziek van de rock-'n-roll af. Ze vonden de heupwiegende bewegingen van Elvis Presley maar ongepast. Voor jongeren was rock-'n-roll daardoor dé perfecte muziek om zich mee af te zetten tegen hun ouders. Bovendien kon er goed op gedanst worden. Dat komt onder andere doordat rock-‘n-rollmuziek vaak in swing wordt gespeeld. Hierbij worden de achtste noten in een triolenfeel uitgevoerd, waarbij de eerste noot iets langer wordt aangehouden en de tweede iets korter.
Rock-‘n-rollsongs worden vaak in een hoog tempo gespeeld. Er worden akkoordenschema’s en melodieën uit de blues gebruikt. Ook kenmerkend voor rock-‘n-roll is het gebruik van breaks: korte onderbrekingen in de muziek van een aantal tellen of maten. In de jaren ’50 werd rock-‘n-roll vaak uitgevoerd met een bezetting bestaande uit een elektrische gitaar, (contra)bas, drums en piano. Soms werd deze bezetting aangevuld met andere instrumenten zoals een saxofoon of een beatring.
Grote artiesten uit de rock-'n-roll waren bijvoorbeeld Bill Haley en Elvis Presley.
Soul
Soul ontstond uit rhythm & blues en gospel. De religieuze elementen uit de muziek werden vervangen door elementen die belangrijk waren in het dagelijks leven van mensen. Soul werd in de jaren ’50 en ’60 bekend, met artiesten als Ray Charles, Marvin Gaye, de Supremes, The Jackson Five en Aretha Franklin.
Bij soulmuziek staat de zang vaak centraal, met ondersteuning van backing vocals, een band en blazers. De drums klinken strak en er klinken vaak ritmische motieven die steeds herhaald worden.
Funk
Toen de soulmuziek vermengd raakte met elementen uit de rock en jazz, ontstond een nieuw, energiek en ritmisch genre: funk. Voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap was funk meer dan opwindende muziek: in funk ging het over identiteit en de samenleving, maar ook over uitzichtloosheid en drugs. In een tijd van onrust door racisme en ongelijkheid en de moord op Martin Luther King, zochten zwarte Amerikanen naar verbondenheid. James Brown kwam in 1968 met de song Say It Loud; I’m Black and Proud en Sly Stone in 1971 met There Is a Riot Going On.
Kenmerkend voor funkmuziek is een sterk accent op de eerste tel van elke maat, korte ritmische figuren in de begeleiding, blazers en een ‘slapping’ bass, waarbij de basgitarist met de duim op de snaren van de basgitaar slaat. Ook worden in funkmuziek veel syncopen gespeeld, waarbij het accent wordt verlegd van een zwaar naar een licht maatdeel.
Hardrock
Uit de blues ontwikkelde zich in de jaren ‘70 een ruiger muziekgenre: de hardrock. De muziek werd uitgevoerd door een rockgroep, bestaande uit in elk geval gitaar, bas en drums, vaak aangevuld met zang, een tweede gitaar en toetsen. De muziek klonk harder en sneller dan de blues en een song had vaak een herkenbare riff: een kort (ritmisch) motief. Voorbeelden van bekende hardrockbands zijn AC/DC, Guns ’n Roses, Nirvana en Van Halen. Soms brachten rock- of popgroepen ook een ‘unplugged’ versie van hun songs uit, gespeeld op akoestische instrumenten in plaats van de gebruikelijke elektronische instrumenten.
Reggae
Reggae is ontstaan op Jamaica als mengvorm van rhythm & blues en de lokale muziek uit Jamaica. De grote doorbraak van deze muziek ontstond toen Eric Clapton in 1974 een cover van de song I Shot The Sherrif van de bekende Jamaicaanse artiest Bob Marley opnam. Hierdoor steeg de verkoop van de muziek van Bob Marley en zijn band The Wailers in andere landen. Andere artiesten zoals de Rolling Stones, Paul Simon en de Nederlandse band Doe Maar (met onder andere de song Nederwiet ), brachten daardoor ook songs in het reggaegenre uit.
In reggaemuziek ligt de nadruk vaak op de afterbeat in plaats van op de beat, dus op de tweede en vierde tel of op elke tweede achtste noot. Reggaesongs hebben vaak een rustig tempo, eenvoudige akkoordenschema’s en de zanglijnen klinken vaak vrij, alsof het ter plekke wordt bedacht: improvisatie.
Symfonische rock
In de jaren ’70 wilden een aantal vooruitstrevende groepen zoals Pink Floyd, Procul Harum en Genesis ingewikkeldere en meer kunstzinnige muziek maken dan de muziek die men in die tijd gewend was. Ook waren er groepen die elementen uit de klassieke muziek begonnen te gebruiken in hun rockmuziek. Zo ontstond symfonische rock, met instrumenten uit het symfonieorkest, veel tempo- en maatwisselingen en gebruik van veel synthesizers/ keyboards: elektronische toetsinstrumenten waarmee kunstmatig klanken en geluiden gemaakt kunnen worden.
Soms gebruikten bands zelfs thema’s uit de klassieke muziek in hun eigen composities. De compositie Air van de componist Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) vormde bijvoorbeeld de inspiratie voor A Whiter Shade of Pale van Procol Harum (1967) en De Schilderijententoonstelling van de componist Modest Moessorgski (1839 – 1881) voor Pictures at an Exhibition van ELP (1971).
Punk
Punk was een reactie op de crisis in de Britse economie en maatschappij en de ingewikkelde, lange songs van bands als Pink Floyd. Punk zette zich hier sterk tegen af. De zanger van de bekende punkgroep The Sex Pistols liep zelfs rond met een T-shirt waarop stond: 'I hate Pink Floyd'. In plaats van lange songs, maakten punkers korte, kernachtige songs met een hoog tempo en schreeuwerige zang. Het idee was dat iedereen punkmuziek zou kunnen maken. Sommige bekende artiesten uit de punk konden geen noten lezen. Zij bewezen dat je een heel eind kan komen als je weet hoe je de snaren op een gitaar moet aanslaan en een paar akkoorden kent! Voorbeelden van bekende punkbands zijn The Sex Pistols, The Ramones en Green Day.
Hiphop
Hiphop was, naast een muziekstijl, ook een culturele beweging, die in New York ontstond. Rappen, breakdance en graffiti zijn kunstuitingen die bij de hiphopcultuur horen. In het nachtleven van de arme wijk The Bronx begonnen DJ’s twee platen op een mixer aan te sluiten, zodat ze de ritmische delen van songs waar het publiek goed op danste aan elkaar konden verbinden. Al snel ontstonden ook andere draaitafeltechnieken, zoals scratchen: het met de hand ritmisch heen en weer bewegen van een vinylplaat op een draaitafel, waardoor een krassend geluid ontstaat.
Om de mensen nog meer aan het dansen te krijgen, begonnen DJ’s op een strak ritme hun eigen teksten door hun mixen te roepen. Zo werd rap een belangrijk element van hiphop. De rap ging vaak over maatschappelijke problemen, zoals armoede in de ghetto’s en racisme.
Soms werd de beat van de platen ook uitgevoerd met beatbox. Bij beatboxing wordt een beat gemaakt met de stem. Voorbeelden van bekende hiphop artiesten zijn The Notorious B.I.G., Sugarhill Gang en Dr. Dre.
Disco
Disco was de nieuwe dansmuziek van de jaren ‘70. De muziekstijl is een combinatie van soul en funk, met herhalende drumritmes en catchy meerstemmige melodieën, vaak aangevuld met strijkers en blazers. De naam ‘disco’ is afgeleid van het woord discotheque: het Franse woord voor ‘platenverzameling’. Disco draaide om plezier hebben en dansen in de discotheek: een nieuwe soort uitgaansgelegenheid die ontstond in New York. Voorbeelden van bekende disco-artiesten zijn Gloria Gaynor, Donna Summer, Chic en Earth, Wind & Fire.
Dance
Vanaf de jaren ‘80 begonnen DJ’s elektronische drums door oude discoplaten te mixen, samen met andere elektronische effecten. Door het knippen en plakken van herhalingen konden de songs oneindig lang gemaakt worden, om zo het publiek in een danstrance te laten raken. Dance is een verzamelnaam voor alle soorten elektronische dansmuziek, zoals house en techno. Dance werd eerst populair op grote illegale dansfeesten (raves). Uiteindelijk kwam er ook in de clubs in steden meer ruimte voor deze muziek. Het eiland Ibiza is er zelfs beroemd door geworden.
Dancemuziek is, zoals de naam al zegt, bedoeld om op te dansen en heeft daarom vaak een eenvoudige melodie, een vierkwartsmaat en een duidelijk aanwezige, uptempo beat.
R&b
R&b is ontstaan uit soul, funk en hiphop, toen in de jaren ’90 jonge zwarte soulartiesten meer elektronische geluiden in hun muziek gingen gebruiken. Zwoele stemmen werden gecombineerd met een elektronische hiphopbeat en teksten over de liefde. Een van eerste r&b artiesten was Michael Jackson. Hij maakte hele producties van songs, met live-instrumenten, een achtergrondkoor, drummachines, samples van andere geluiden en uithalen in de zang.
In de jaren ‘90 waren zowel groepen zangers (zoals Boyz II Men en TLC), als sterke soloartiesten (zoals Mariah Carey en R. Kelly) erg populair binnen dit genre. Eerst waren de meeste artiesten in dit genre van Afro-Amerikaanse afkomst, maar later werden ook acts als The Backstreet Boys en N’Sync met witte zangers erg populair. Sommige r&b artiesten brachten ook a capella songs uit, vocale songs zonder begeleiding van instrumenten.