Romantiek (1810 - 1910)
Algemeen
Vanaf het eind van achttiende eeuw raakte de wereld in een stroomversnelling. Met de industriële revolutie, de Franse revolutie, de groeiende welvaart en daarmee een steeds groter verschil tussen arm en rijk was de wereld niet meer hetzelfde.
Kunstenaars ontvluchtten het dagelijks leven door onder andere inspiratie te halen uit de schoonheid van de natuur, oude mythes en andere culturen. Ze verkozen passie en emotie boven de regelmaat van het classicisme.
In de muziek van de romantiek klonk dit door in de grote tegenstelling, waarmee componisten de emoties van de mens probeerden te vatten. Componisten als Richard Wagner, Franz Liszt en Giuseppe Verdi haalden alles uit de kast om ‘het sublieme’ te vangen in hun composities: de onbevattelijke grootsheid van het leven.
Instrumenten en ensembles
In de romantiek wordt het symfonieorkest uitgebreid in aantal en soorten instrumenten. De harp en de celesta worden toegevoegd. Daarnaast wordt de groep koperblaasinstrumenten uitgebreid met de tuba, de groep houtblaasinstrumenten met de basklarinet en de althobo en de groep slaginstrumenten met buisklokken, tamtam, gong en xylofoon.

Bekkens of cymbals zijn dunne, ronde, metalen schijven die worden gebruikt als percussie-instrument. Ze worden met stokken bespeeld of tegen elkaar aan geslagen.
Buisklokken vallen onder het melodisch slagwerk. Het instrument bestaat uit hangende metalen buizen die elk een eigen toon produceren wanneer erop geslagen wordt. Het instrument wordt bespeeld met een kleine hamer.
Een celesta is een toetsinstrument uit de negentiende eeuw en behoort tot de groep slaginstrumenten (idiofonen). Bij het aanslaan van een toets, slaat een hamertje tegen een metalen plaat om klank te maken.
Het klokkenspel is onderdeel van het melodisch slagwerk en bestaat uit kleine metalen staven die aangeslagen worden met een harde stok.
De tamtam en gong zijn grote, zware metalen schijven die worden gebruikt als percussie-instrument door erop te slaan met een stok.
Een xylofoon (letterlijk: houten geluid) valt onder het melodisch slagwerk (idiofoon). Een xylofoon bestaat uit houten staven die worden aangeslagen met harde stokken. De xylofoon is familie van de marimba. De marimba is een stuk groter en heeft daardoor een warmere klank.
De althobo is een houtblaasinstrument met een dubbelriet en is familie van de hobo. De althobo klinkt lager dan de hobo en klinkt daardoor warmer.





Celesta
Althobo
Instrumentale vormen
De wals is een dans in een driedelige maatsoort. In de romantiek wordt deze dans veel gebruikt voor instrumentale composities.
Een mars is een compositie in een tweedelige maatsoort met duidelijke accenten op de tel. Oorspronkelijk is de mars ontstaan als hulpmiddel voor militairen om in dezelfde pas te marcheren. In de romantiek worden marsen bijvoorbeeld gebruikt om de kracht van het leger in instrumentale composities muzikaal uit te drukken.
De symfonie is een instrumentale compositie voor orkest. Anders dan in het classicisme, is de romantische symfonie veel vrijer van vorm. Er is geen vast aantal delen meer: de symfonieën variëren van eendelig tot meer dan vier delen. Ook het tempo van deze delen ligt niet meer vast.
Een symfonisch gedicht is een orkestrale compositie waarin een verhaal, gedicht, schilderij of ander buitenmuzikaal idee muzikaal wordt verklankt. De compositie heeft meestal een vrije vorm.
Een ouverture (letterlijk: opening) is een instrumentale compositie die wordt gespeeld als introductie op een opera, oratorium of ballet. In de romantiek zijn er ook veel op zichzelf staande ouvertures geschreven als opening van een concert.
Vocale vormen
Een opera (het Latijnse meervoud van 'werk') is een volledig gezongen, muzikaal drama, met een focus op de tekst en het verhaal. Opera’s bestaan uit onder meer een ouverture, aria’s, recitatieven, koorstukken en soms ook een ballet. De begeleiding wordt gespeeld door een orkest. Daarnaast spelen de kostuums en de decors een belangrijke rol. In de romantiek ontwikkelt de opera zich ver door, naast de serieuze opera ontstaan er ook operettes. Ook komt er in de romantische opera nog meer aandacht voor het overbrengen van emoties in het verhaal. Dit uit zich onder andere in de zang, door middel van virtuoze versieringen en een groot bereik.
De operette (letterlijk: kleine opera) is ontstaan als reactie op de steeds serieuzer wordende opera. Het lijkt op een opera, maar is vaak wat korter en heeft een minder serieus onderwerp. Vaak is een operette komisch en zijn er gesproken tekstdelen.
Een kunstlied is een gezongen gedicht met begeleiding. Belangrijke componisten van het kunstlied zijn Schubert en Schumann. In eerste instantie werd de begeleiding voor piano gecomponeerd, maar later zijn ook liederen met een groter ensemble of orkest als begeleiding gecomponeerd.
ALLEEN VOOR VWO. Veelgebruikte muzikale vormen bij kunstliederen zijn:
- In een coupletlied worden alle coupletten van het gedicht herhaald met dezelfde melodie en begeleiding.
-
In een gevarieerd coupletlied variëren de coupletten in melodie en begeleiding om de tekst van het lied beter over te brengen. In het voorbeeld wordt gevarieerd in het laatste couplet.
- In een doorgecomponeerd lied krijgt ieder stuk tekst zijn eigen melodie en begeleiding. De tekst vormt het uitgangspunt voor de melodie en de begeleiding.
Dynamiek
Sforzando is een dynamisch teken dat aangeeft dat de dynamiek plotseling sterker wordt. Vaak klinkt dit als een accent in de dynamiek. Sforzando wordt in de bladmuziek aangegeven met:

Vanaf het classicisme wordt veel gebruik gemaakt van overgangsdynamiek: het geleidelijk harder worden (crescendo) of zachter worden (decrescendo) van de muziek. Dit vormt een contrast met muziek uit de renaissance en de barok, waar dynamische verschillen juist abrupt worden toegepast (terrassendynamiek of echodynamiek). In de romantiek worden de uitersten in dynamiek meer opgezocht.
Uitvoeringspraktijk
Instrumentatie is het (opnieuw) toekennen van partijen van een compositie of song aan één of meerdere instrumenten, bijvoorbeeld een band, ensemble of orkest. Indien nodig kan er een bewerking gemaakt worden van deze partijen om de partijen beter aan te laten sluiten bij de (technische) mogelijkheden van de instrumenten.
Virtuositeit is het technisch en expressief uitblinken in zingen of in het bespelen van een instrument. In de muziek van de romantiek worden de grenzen van wat muzikaaltechnisch mogelijk is opgezocht. Dit vereist een grotere virtuositeit bij musici.
Originele instrumentatie
Aangepaste instrumentatie
Chromatiek is het gebruik van halve toonafstanden. De volledig chromatische ladder is een opeenvolging (reeks) van de twaalf verschillende tonen, met sprongen van elk een halve toonafstand.

Tempo en vorm
Rubato betekent vrij in tempo. De speler mag zelf het tempo kiezen.
Melodievoering is de manier waarop een melodie zich beweegt. In de muziek van de romantiek komt dit tot uiting door met brede bogen (een brede beweging) naar een climax of rust toe te spelen. Ook worden overgangsdynamiek (het gebruik van crescendo’s en decrescendo’s) en tempoveranderingen (zoals ritenuto en accelerando) ingezet om een melodie een bepaalde richting te geven. (vanaf 2.02)
Motiefverwerking
Een leidmotief is een muzikaal motief dat verbonden is aan bijvoorbeeld een personage, idee, gevoel of plek. Het idee van leidmotieven komt uit de opera’s van de componist Richard Wagner (1813 – 1883), waarin motieven worden gebruikt om muzikaal te laten horen welke elementen van het verhaal te zien zijn.
Melodische functies
De leidtoon is de zevende toon in de toonladder en leidt de melodie naar de grondtoon. Het oplossen van de leidtoon naar de grondtoon zorgt voor ontspanning. Wanneer de leidtoon niet (meteen) oplost, creëert dit een bepaalde spanning. Deze spanning in de muziek heet leidtoonspanning.
