Toonduur


Puls

De puls is de beat (hartslag) van de muziek. De puls kun je in je lichaam voelen als je naar muziek luistert. Je kunt meetellen met de puls van de muziek. Als je samen muziek maakt, kun je ook aftellen voordat je begint. Je telt dan bijvoorbeeld tot vier (‘1, 2, 3, 4’). 

 

Kort en Lang

Geluiden om je heen kunnen kort of lang duren. Zo klinkt het tikken van een klok vrij kort, en een sirene vaak lang. 

 

Ritme

Muziek kan ook kort of lang klinken. Het gaat dan over de opeenvolging van korte en lange tonen in de muziek: het ritme.  Kijk naar de afbeelding. Er zijn korte en lange tonen te zien. 

Toonduur

Toonduur gaat over hoeveel tellen een toon duurt. Elke soort noot of rust heeft een andere toonduur. Een kwartnoot duurt bijvoorbeeld één tel in een vierkwartsmaat. 

 

Noten en Rusten

Net zoals je woorden en zinnen kunt opschrijven, kun je muziek ook opschrijven. Dat gebeurt bijvoorbeeld met noten en rusten. Een noot kun je spelen of zingen. Bij een rust ben je stil. Een kwartnoot en een kwartrust duren even lang. In een vierkwartsmaat duren de kwartnoot en kwartrust één (1) tel.

Een achtste noot duurt de helft van een kwartnoot. Twee achtste noten duren samen dus even lang als één kwartnoot. In een vierkwartsmaat duurt een achtste noot een halve (0,5) tel.  

 

Notatie achtste noten
Als er meerdere achtste noten naast elkaar staan worden de vlaggetjes meestal vervangen door een streep, zodat het er overzichtelijk uit ziet.

Noot met punt

Wanneer er een punt achter de noot staat, wordt deze noot met de helft van de notenwaarde verlengd.

Triool

Een triool is een groep van drie noten met dezelfde notenwaarde, die in de tijd van twee noten wordt gespeeld, bijvoorbeeld een achtstetriool of een kwartentriool. 

Combinaties achtsten en zestienden noten

Met achtste en zestiende noten kunnen verschillende combinaties worden gemaakt, die samen steeds even lang duren als één kwartnoot.

Verbindingsboog

Een verbindingsboog verbindt twee noten met elkaar. De tweede noot wordt dan niet opnieuw gespeeld, maar aan de voorgaande noot 'vastgeplakt'.

Syncope

Bij een syncope wordt het accent verlegd van een zwaar naar een licht maatdeel. Het accent van de maat (maataccent) klinkt dan bijvoorbeeld niet op de tel, maar tussen de tellen in. 

Swing

Wanneer er 'swing' boven de muziek staat, betekent dit dat de tonen in een triolenfeel worden uitgevoerd. Dit gebeurt door steeds de eerste toon iets langer te spelen dan de tweede toon.