Song, track en popsong

Een liedje of nummer wordt ook wel een song of track genoemd. Als het gaat om een liedje uit de populaire muziek, heet het ook wel een popsong. Dit is vaak de muziek die je op de radio kunt horen of in de hitlijsten staat.

Vormonderdelen

Een song bestaat meestal uit een aantal herkenbare onderdelen. De volgorde van deze onderdelen bepaalt de vorm van de song. Vorm in muziek is dus te horen.  

De vormonderdelen van een popsong zijn de intro, het couplet, het refrein, de bridge, het tussenspel en de outro.

Elk onderdeel heeft een aantal eigen kenmerken en klinken dus verschillend van elkaar. De meest voorkomende kenmerken per onderdeel worden besproken, maar er zijn uitzonderingen.

Intro (inleiding, voorspel)

De intro klinkt aan het begin van een song en komt maar één keer voor. Niet alle songs hebben een intro. Voor de vormonderdelen worden soms verschillende termen gebruikt. Zo heet de intro ook wel de inleiding of het voorspel.  

Couplet (verse)

Een song heeft meerdere coupletten. De verschillende coupletten hebben een andere tekst, maar klinken verder ongeveer hetzelfde.

Refrein (chorus)

Een refrein is het meest herkenbare gedeelte van een song. Het refrein komt meerdere keren terug. De refreinen klinken hetzelfde en hebben dezelfde tekst.

Bridge

De bridge komt maar één keer, tegen het einde van de song, voor. De bridge is een opvallend gedeelte van de song, omdat het heel anders klinkt dan de rest van de song.

Tussenspel

Een tussenspel is een overgang tussen twee (andere) vormonderdelen in. In een tussenspel klinkt vaak geen leadzang. 

Outro (coda, naspel)

De outro klinkt aan het einde van de song en komt maar één keer voor. Niet alle songs hebben een outro. Voor de vormonderdelen worden soms verschillende termen gebruikt. Zo heet de outro ook wel de coda of het naspel.  

Pre-chorus

Naast de vormonderdelen intro, couplet, refrein, tussenspel, bridge en outro bestaat er ook een pre-chorus. Hierin wordt naar het refrein toegewerkt. 

Opbouw popsong

Een popsong bestaat meestal uit een standaard opbouw. De vormonderdelen komen namelijk vaak in (ongeveer) dezelfde volgorde voor.  
Als een song een intro heeft klinkt deze aan het begin. Daarna wisselen het couplet en de refreinen elkaar af. Als de song een bridge heeft klinkt deze tegen het einde van de song en als de song een outro heeft klinkt deze als laatste. Ook de pre-chorus heeft meestal een standaard plek in de opbouw van een popsong. Na de pre-chorus klinkt vaak het refrein. 

Vormaanduidingen

Vormaanduidingen in de muziek worden gebruikt om de volgorde waarin een compositie of song wordt gespeeld op te schrijven. Zo kun je bijvoorbeeld zien welke maten er worden herhaald en waar de compositie of song eindigt.

Herhalingsteken

Om herhaling in muziek op te schrijven worden herhalingstekens gebruikt.  Een herhalingsteken geeft aan dat een deel van de muziek, of de hele song of compositie, wordt herhaald.

Wanneer er twee herhalingstekens staan, wordt alles tussen de twee herhalingstekens herhaald. Wanneer er maar één herhalingsteken staat, dan wordt alles vanaf het begin tot aan het herhalingsteken herhaald.

Maathaken

Maathaken worden bij een herhaling gebruikt om aan te geven welke maten er gespeeld moeten worden. De cijfers bij de maathaken geven aan wat er de eerste en de tweede keer wordt gespeeld. De tweede keer wordt de maat of worden de maten onder haak 1 dus overgeslagen. 

Vormaanduidingen

Je kunt herhalingen en sprongen in de muziek niet alleen aangeven met herhalingstekens en maathaken, maar ook met behulp van andere tekens. Voorbeelden van deze tekens zijn coda, dal segno (D.S.) en da capo al fine.